Taal, kunst en cultuur
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Regenten en vorsten

 

1600-1700

 

Gouden Eeuw

 

Barok (1600-1750)

  • Veel versieringen
  • Veel symmetrie

 

Barok komt uit het Portugees barroco en en betekent 'onregelmatig gevormde parel'.

(Advertentie)

Pruiken en revoluties

 

1700 1800

 

  • Barok tot 1750
  • Rococo (Frans: rocaille: schelp)

 

Schilderkunst: Rijke mensen werden afgebeeld. Veel pastelkleuren. Juist geen symmetrie.

 

Bouwkunst: Binnen in de woningen werden zachte pasteltinten gebruikt. Het interieur werd belangrijk.

 

Beeldhouwkunst: Veel krullen en versieringen.

 

Alles wordt vrolijker en minder ernstig.

(Advertentie)
(Advertentie)

Burgers en stoommachines

 

1800-1900

 

Romantiek (1800-1850)

 

Schilderkunst

  • Het gevoel is belangrijk (dromen, angst)
  • Gebruik van licht en donker
  • Natuur als onerwerp

 

Bouwkunst

  • Oude stijlen werden nagemaakt (Gotiek, Barok)

 

Realisme (1850-1875)

 

Schilderkunst

  • De werkelijkheid wordt geschilderd.
  • Ook arme en hardwerkende mensen werden geschilderd.

 

Beeldhouwkunst

  • Men ging boetseren met klei
(Advertentie)

Impressionisme (impressie = indruk) 1875-1910

 

  • Alledaagse onderwerpen
  • Schilders schilderen buiten
  • Nadruk valt op licht en kleur
  • Verf wordt vaak op het doek gemengd
  • Geen omtreklijnen
  • Geen gebruik van zwart

 

Van dichtbij zie je strepen en stippen, van een afstand zie je wat het voorstelt.