Taal, kunst en cultuur
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Ontdekkers en hervormers

 

1500-1600

 

Renaissance (opnieuw geboren worden)

Opnieuw belangstelling voor de kunst van de Grieken en Romeinen

 

Schilderkunst

  • Schilderijen leken net foto's
  • Vlakke ondergrond kreeg meer diepte
  • Licht was erg belangrijk
  • Onderwerpen: mens en natuur i.p.v. het goddelijke
  • Gebruik van olieverf (mooiere kleuren)
  • Schilders waren niet meer anoniem

 

Beeldhouwkunst

  • Overdreven mooie mensen
  • Houding die beweging laat zien
  • Beelden hebben weinig kleren aan zodat je de spieren goed kunt zien

 

Nederlandse kunstenaars werden beïnvloed door de Italiaanse Renaissance.

 

Een geschilderd landschap was vaak een combinatie van meerdere landschappen. Zo ontstond een perfect landschap.  

 

(Advertentie)

Regenten en vorsten

 

1600-1700

 

Gouden Eeuw

 

Barok (1600-1750)

  • Veel versieringen
  • Veel symmetrie

 

Barok komt uit het Portugees barroco en en betekent 'onregelmatig gevormde parel'.

Pruiken en revoluties

 

1700 1800

 

  • Barok tot 1750
  • Rococo (Frans: rocaille: schelp)

 

Schilderkunst: Rijke mensen werden afgebeeld. Veel pastelkleuren. Juist geen symmetrie.

 

Bouwkunst: Binnen in de woningen werden zachte pasteltinten gebruikt. Het interieur werd belangrijk.

 

Beeldhouwkunst: Veel krullen en versieringen.

 

Alles wordt vrolijker en minder ernstig.

(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)

Burgers en stoommachines

 

1800-1900

 

Romantiek (1800-1850)

 

Schilderkunst

  • Het gevoel is belangrijk (dromen, angst)
  • Gebruik van licht en donker
  • Natuur als onerwerp

 

Bouwkunst

  • Oude stijlen werden nagemaakt (Gotiek, Barok)

 

Realisme (1850-1875)

 

Schilderkunst

  • De werkelijkheid wordt geschilderd.
  • Ook arme en hardwerkende mensen werden geschilderd.

 

Beeldhouwkunst

  • Men ging boetseren met klei

Impressionisme (impressie = indruk) 1875-1910

 

  • Alledaagse onderwerpen
  • Schilders schilderen buiten
  • Nadruk valt op licht en kleur
  • Verf wordt vaak op het doek gemengd
  • Geen omtreklijnen
  • Geen gebruik van zwart

 

Van dichtbij zie je strepen en stippen, van een afstand zie je wat het voorstelt.